wetenschap • tech • gezondheid • geld

De planeet raakt vol! Of toch niet?

Dit is hoofdstuk 4 van de nieuwe en geactualiseerde editie van Het Gaat Geweldig (2012) waar ik deze zomer aan bezig ben. De komende weken zal ik hoofdstukken opnemen in de nieuwsbrief, als ze af zijn. Onregelmatig dus. MBC


In 1950 waren er nog maar 2,5 miljard mensen op aarde; in 1990 was dat verdubbeld tot 5 miljard. In 2011 bereikte de wereldbevolking de mijlpaal van 7 miljard, en we zitten nu (medio 2017) alweer op 7,5 miljard. Waar gaat dat in hemelsnaam naartoe?

Welnu, dat weten we: 9,8 miljard in 2050 en 11,2 miljard in 2100. Daarna komen er niet meer mensen bij – daarna krimpt de wereldbevolking. Dus nog even volhouden: een derde erbij, misschien 40% – daarna is het niet meer indikken maar kunnen we langzaam weer vrijer ademhalen.

Wie zegt dat? De Population Commission van de Verenigde Naties, waarin demografen uit 47 lidstaten zitten. De Commissie is qua invloed, hoewel niet qua statuten, vergelijkbaar met het IPCC, het intergouvernementele Klimaatpanel van de VN. Beide instellingen zijn een ‘forum’ waar wetenschappers de consensus over de stand van hun wetenschap bevechten.

Beide instellingen moeten uiterst zorgvuldig te werk gaan om hun geloofwaardigheid te behouden: iedere poging om cijfers te veel te interpreteren maakt onmiddellijk reacties los van anders gestemde – maar minstens even deskundige – confrères.

De meest recente revisie van de Population Commission is van juni 2017. Het groeitempo wordt in de toekomst steeds lager: het achtste miljard kost 13 jaar, het negende miljard 18 jaar, en het laatste miljard maar liefst 40 jaar.

De wereldbevolking groeide op zijn snelst in 1962, toen lag de toename op 2,2%. In 2009 was dat groeipercentage teruggevallen tot 1,1%. De verwachting van de VN is dat deze daling zal doorzetten.

Zoals uit de eerste grafiek te zien is, schommelde de wereldbevolking sinds 1750 altijd zo rond 1-2 miljard. Ziekte, kindersterfte en ongezond leven zorgden ervoor dat de mensheid op een houdbaar niveau bleef.

Pas in de 20ste eeuw, toen de medische wetenschap zich in hoog tempo begon te ontwikkelen, begon de bevolking in de rijke landen te groeien: niet door meer geboortes, maar doordat mensen steeds later dood gingen. Dat kwam vooral door betere riolering en drinkwater, en snelle verbetering van de curatieve geneeskunde.

De echt explosieve groei van de wereldbevolking begon pas na 1950 toen die medische wetenschap ook binnen bereik van de ‘Derde Wereld’ kwam en besmettelijke ziektes en epidemieën kon bestrijden. Die echt angstaanjagende groei is dus eigenlijk iets heel recents: pas sinds een jaar of 60 gaat het zo hard.

Deze getallen – 9,8 miljard mensen in 2050 en 11,2 miljard in 2100 – zijn de gemiddelden van de verschillende ramingen. Maar kleine verschillen in vruchtbaarheid kunnen op de langere termijn grote verschillen in uitkomst hebben.

Bijvoorbeeld: voor de 47 meest kinderrijke landen is de geboorteratio geschat op 4,5 kind per vrouw nu, naar 2,8 kind in 2050 en 2,1 kind in 2100. (dat is het ‘vervangingsniveau’, het aantal kinderen om de moeder en haar partner te vervangen, plus 0,1 kind voor verzekering tegen kindersterfte en het feit dat er iets meer jongens dan meisjes worden geboren.)

Als je die cijfers met 0,5 zou bijstellen kom je tot enorme verschillen. Als die vrouwen de komende 90 jaar 0,5 baby meer baren, dan piekt de wereldbevolking op 15,8 miljard in 2100.

Als daarentegen de vruchtbaarheidsratio 0,5 onder de gemiddelde verwachting ligt, dan zouden we in 2050 op 8 miljard mensen zitten maar in 2100 op 6,2 miljard – dan is de totale wereldbevolking dus gekrompen ten opzichte van nu.

De Wereldbank bijvoorbeeld verwacht dat de wereldbevolking zich zal stabiliseren op 9 tot 10 miljard mensen. En het Wittgenstein Centre for Demography and Global Human Capital in Wenen verwacht op basis van een consensus onder 500 demografen dat de wereldbevolking piekt in 2065 op een niveau van 9,4 miljard en dan langzaam krimpt tot 8,9 miljard.

Schattingen veranderen vooral doordat de vruchtbaarheid van vrouwen iets onvoorspelbaarder is dan wetenschappers graag zouden zien.

Overigens: mensen leven steeds langer, dus je zou verwachten dat de wereldbevolking ook daardoor groeit. Maar levensduur weegt minder zwaar dan vruchtbaarheid. Waarom? Omdat de wereldbevolking relatief jong is. De helft van alle mensen is jonger dan 30, en slechts 5% is ouder dan 70. Er worden jaarlijks ruim twee keer zo veel kinderen geboren als er mensen doodgaan.

En overigens nr 2: oorlog heeft geen noemenswaardige invloed op bevolkingsomvang. De aantallen gesneuvelden zijn verhoudingsgewijs klein.

De wereldbevolking groeit – maar steeds minder snel

Bangla DeshBangladesh, een van de dichtst bevolkte landen ter wereld, had in 1955 een geboortecijfer van 6,8 kinderen per vrouw. Vijftig jaar later was de ratio 2,7 kind per vrouw. In India is de ratio in dezelfde periode gezakt van 5,9 naar 2,6 kinderen per vrouw.

Maar dit gebeurt over de hele wereld. ‘Geen enkel land ter wereld heeft nu een geboorteratio die hoger is dan in 1960,’ schrijft Matt Ridley, de Engelse wetenschapsjournalist, in zijn boek ‘The Rational Optimist.’

De Verenigde Naties gingen er tot 2002 van uit dat voortplanting nooit onder de ‘vervangingsratio’ van 2,1 kind per vrouw zou dalen. Maar in 2002 bleek dat er te veel landen waren waar de ratio wel degelijk onder de 2,1 zakte, en bleef dalen.

Het proces was telkens in ieder land hetzelfde: het sterftecijfer daalde door betere gezondheidszorg en betere voeding; vervolgens is er een kleine bevolkingsexplosie; en dan, bijna net zo plotseling, een scherpe daling van de bevolkingsgroei. Gemiddeld daalt de ratio zo’n 40% in een periode van 15 jaar. Dit heet in vaktermen ‘de demografische transitie.’

Hoe kan dit?

Twee van de vijf zwangerschappen in de wereld zijn onvrijwillig, althans niet gewenst door de vrouw. Dat zegt het Worldwatch Institute, een non-profit organisatie. Dus, concludeert de president van het WWI, Robert Engelman: als alle vrouwen in de wereld opeens ‘baas in eigen buik’ zouden zijn, dan zou de hele babyproductie van de wereld onder de 2,1 duiken. Oftewel: de wereldbevolking zou krimpen in plaats van groeien.

Dat zo veel zwangerschappen ongewenst zijn door de vrouw betekent niet dat het allemaal verkrachtingen zijn. Soms worden ze inderdaad gedwongen, door hun echtgenoten of door anderen. Maar vrouwen in arme landen weten soms niet waar de babietjes vandaan komen, of ze weten niet van het bestaan van voorbehoedmiddelen, of hebben geen geld om ze te kopen.

De vrouwelijke autonomie is belangrijk, maar als er geen voorlichting is, of een drogist met condooms, of geld om die dingen te kopen – dan ben je nog even ver van huis.

Hans Rosling[1], arts en hoogleraar Internationale Gezondheid aan het Zweedse Karolinska Instituut, zei in The Guardian in 2011: ‘De hoge-vruchtbaarheidslanden zijn voornamelijk in Afrika en hebben 18% van de wereldbevolking, dat is 1,2 miljard. De verwachting is dat ze verdrievoudigen deze eeuw, tot 3,6 miljard. De lage-vruchtbaarheidslanden (zeg maar de OESO-landen, MBC) zullen bevolkingskrimp laten zien, en de middengroep zal per 2050 stagneren.

Waar de wereldbevolking piekt zal daarom afhangen van hoe snel we vrede, onderwijs, gezondheidszorg, hongerbestrijding en gezinsplanning naar Afrika kunnen brengen, plus een paar andere landen zoals Pakistan, Jemen en Afghanistan.’

Rosling, die inmiddels helaas is overleden, was er dus uit: hij noemt het rijtje factoren dat samen een samenleving bouwt waarin vrouwen massaal besluiten om minder baby’s te produceren.

Overal ter wereld zien we hetzelfde patroon: eerst daalt het sterftecijfer (oftewel, mensen leven langer en de bevolking groeit snel), en 20 jaar later daalt het geboortecijfer.

Het lijkt wel alsof het een rationele reflex is. De Wereldbank schrijft: ‘Ouders kiezen voor kleinere gezinnen als de levensomstandigheden verbeteren, omdat ze niet langer bang hoeven te zijn dat hun baby’s voortijdig overlijden; als ze niet op hun kinderen hoeven te rekenen voor de boerderij; of voor hun oude-dagvoorziening. Daar komt bij dat meer ouders hun dochters naar school sturen, en dat is belangrijk omdat vrouwen met basisonderwijs over het algemeen gezondere kinderen baren en minder kinderen. Meer vrouwen werken buiten de deur, dus ze beginnen hun gezin later in hun leven. En tenslotte zijn contraceptiva makkelijker voorhanden, zodat ouders meer controle krijgen over gezinsplanning.’

Dit klinkt logisch. Er zijn overal uitzonderingen op te vinden. Maar de grote trends zijn overduidelijk. Is onze rede, ons combinatoir vermogen, zo geprogrammeerd dat we biologisch ‘correcte’ beslissingen nemen? Als vrouwen besluiten om niet meer dan twee kinderen te baren, is dat een onbedwingbare impuls of een kille afweging? Worden wij geregeerd door de ‘selfish gene’ zoals Richard Dawkins dat noemde, … of is het de rede die ons redt?

11,2 miljard

Hoe dan ook, er komt nog 40% bij. Laten we daar voor het gemak even van uit gaan.

In Nederland kan er niemand meer bij. Echt niet. Dit land is stamp- en stampvol. Een van de dichtst bevolkte stukjes op aarde. [2]

Maar wanneer bent u voor het laatst de grens overgestoken? Is het u opgevallen hoe leeg Noord-Frankrijk is? België, daar zijn ook grote lege plekken trouwens. Verder hebben we het leeglopende centraal-Frankrijk, het binnenland van Spanje, Polen, de Oekraïne, Roemenië etc. Daar kan nog makkelijk een 40% bij.

En dan zijn we nog maar in het drukst bevolkte continent van de wereld. In Afrika, Zuid-Amerika, Azië en zelfs Noord-Amerika is nog ruimte zat. Jazeker, ook als de temperatuur van de aarde opwarmt, als kustgebieden overstromen, als we alle onbewoonbare gebieden niet meetellen.

Van de oppervlakte van de aarde is 150 miljoen vierkante kilometer land. De rest is oceaan of zee.

De helft van dat land is ‘bewoonbaar’, dus 75 miljoen km2. Bewoonbaar is een rekkelijk begrip: Los Angeles zou eigenlijk niet bewoonbaar moeten zijn want het heeft geen eigen water. IJsland is zeer onherbergzaam. Nederland zou niet moeten bestaan, want het ligt grotendeels onder de zeespiegel. Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Maar we rekenen de gebieden mee die al bevolkt zijn, plus de gebieden die qua klimaat en topografie geschikt zijn voor mensen.

Op dit moment wonen er 100 aardbewoners op een vierkante kilometer (als we Antarctica uitsluiten als ‘bewoonbaar’ landoppervlak). Dat is dus 10.000 m2 per aardling. Ter vergelijking: in Nederland wonen grofweg 400 mensen op een vierkante kilometer, oftewel 2.500 m2 p.p. Dat lijkt weinig, 50×50 meter per persoon, maar het is best leefbaar: het is immers inclusief de Veluwe, de Friese meren, de duinen langs de kust en de bossen en heuvels van Brabant en Limburg. Oftewel: doordat we in de Randstad dicht op elkaar zitten is er relatief veel ruimte daarbuiten.

In Spanje zijn er 91 inwoners per vierkante kilometer. In Frankrijk, 114.

Als we naar een wereldbevolking gaan die 40% groter is, dus 140 mensen per vierkante kilometer, is dat naar Spaanse en Franse maatstaven behoorlijk druk – maar voor Nederland nog steeds een oase van rust.

In steden leven mensen nog dichter op elkaar. In de dichtstbevolkte stad ter wereld, Mumbai (Bombay) in India, leven 30.000 mensen per vierkante kilometer; in een beetje wereldstad 10.000 per km2.

Als we dat laatste cijfer nemen heeft een stadsbewoner aan 100m2 kennelijk genoeg, tien bij tien meter. In Amsterdam leeft de gemiddelde bewoner op 300 m2 (dat is inclusief de publieke ruimte, dus niet alleen zijn appartement).

Met de verschuiving van de agrarische en industriële economie naar een kenniseconomie neemt de verstedelijking toe. Nu leeft de helft van de wereldbevolking in steden, de VN verwacht dat in het jaar 2050 tweederde van de wereldbevolking in steden zal leven.

Dat betekent dat nu 3,5 miljard mensen in steden leven, en in 2050 zelfs 6,5 miljard (tweederde van 9,8 miljard). Dat laat dus nog meer ruimte over voor landbouw en recreatie.

Kortom: deze planeet raakt niet overbevolkt. Althans niet qua ruimte. Het wordt een ander leven, maar er is fysieke ruimte voor desnoods 10 miljard mensen, als het zo ver komt.

De vraag is wel: kan de planeet ons voeden? Kunnen we wel genoeg eten produceren voor 9, 10 of 11 miljard mensen? En: als al die mensen auto’s en laptops willen, hebben we dan wel genoeg energie – en zelfs als we die hebben, stikken we dan niet uiteindelijk in onze eigen uitlaatgassen?

[1] Als u nog niet van hem hebt gehoord, doe uzelf een plezier: bekijk de feestelijke presentatie die hij gaf op youtube: http://www.youtube.com/watch?v=jbkSRLYSojo of zoek ‘Hans Rosling BBC’

[2] Bron: Verenigde Naties. Op de lijst van 241 landen, eilanden en ‘speciale regio’s’ (Macau, Hong Kong, Vaticaanstad en de Palestijnse gebieden om er een paar te noemen) staat Nederland op de 30ste plaats. De enige ‘echte’ landen die het voor zich hoeft te dulden zijn Libanon, Taiwan en Zuid-Korea.

Abonneer De Bicker

Vul hieronder uw e-mailadres in om u in te schrijven voor de nieuwsbrief
jamie@example.com
Abonneer