… op ‘Groen kost niks’: van E. Kemeling, al jarenlang abonnee. ‘Of het (de energietransitie, red.) geld ‘ kost’ is macro-economisch eigenlijk helemaal geen relevante vraag. Dit is ook waar Bjorn Lomborg de mist in gaat. Hij gebruikt een micro-economisch concept ‘ geldverslindend’ in een macro economische context. Dat is intuïtief aantrekkelijk, maar betekent niks. In marginale zin, op de korte termijn, misschien. Op de lange termijn zeker niet. GDP zal hoger zijn, en het systeem ziet er anders uit. Dit is een generiek argument; een land wordt ook niet armer als iedereen een fiets koopt.’
Hele reactie lezen? ->
- Er is waarschijnlijk wel zoiets als man-made climate change.
- Klimaatmodellen hebben een vreselijk slechte track record in het doen van daadwerkelijke voorspellingen, bijvoorbeeld over temperatuur.
- De reden dat ze ooit ontwikkeld zijn, is om de effecten van wederzijdse afhankelijkheden in een systeem-setting inzichtelijk te kunnen maken. Die kun je namelijk niet separaat berekenen, maar moet je modelleren om iets over de stabiliteit van een systeem te zeggen.
- Helaas zijn de mensen die modellen bouwen, ze gaan presenteren als voorspellend en specifiek. (doet een beetje denken aan wat Ferguson probeerde mbt covid. Die voorspellingen waren lachwekkend. En dat zijn de voorspellingen van veel klimaatmodellen ook. Hun voorspellende waarde is erg laag). Dan komen ze met uitspraken als ‘ de aarde is in 2040 waarschijnlijk 4,5 graden warmer’. Dat soort uitspraken zijn volstrekt absurd, omdat dergelijke veranderingen alleen maar in een dynamiek kunnen plaatsvinden die inherent onvoorspelbaar moet zijn.
- Er is reden om aan te nemen, dat boven de 1,5 a 2 graden stijging, de veranderingen chaotisch worden. Die temperaturen zijn niet heel specifiek – dat zou niet eens kunnen, want het zijn gemiddelden – maar de chaos ligt niet zo gek ver van het evenwicht af.
- Zonder actief beleid (dwz ook zonder alle country pledges onder COP, die nu vastliggen en meegenomen worden in de ipcc scenarios) zitten we in de gevarenzone. Het is niet te zeggen of we aan de foute kant van de lijn zitten, maar ook zeker niet met zekerheid te ontkennen.
- Heel veel extreme weather events (hitte, droogte, stormen) worden volledig ten onrechte aan climate schange toegeschreven.
- De referentiepaden van de slechtste IPCC scenarios, zijn onrealistisch negatief. Dan zouden we per direct met alle renewables moeten stoppen. Dwz dat de onderkant van de IPCC range nooit – of althans niet binnen decennia – gaat gebeuren.
- Maar, al met al is de energietransitie wel een gok die we logischerwijs zouden moeten nemen.
- En het levert ook een aantal andere voordelen op, met name mbt conflict etc (de grootste bedreiging voor de mensheid…)
- Of het (de energietransitie, red.) geld ‘ kost’ is macro-economisch eigenlijk helemaal geen relevante vraag. Dit is ook waar Bjorn Lomborg de mist in gaat. Hij gebruikt een micro-economisch concept ‘ geldverslindend’ in een macro economische context. Dat is intuïtief aantrekkelijk, maar betekent niks. In marginale zin, op de korte termijn, misschien. Op de lange termijn zeker niet. GDP zal hoger zijn, en het systeem ziet er anders uit. Dit is een generiek argument; een land wordt ook niet armer als iedereen een fiets koopt.
- Renewables doen het aardig. De scalecurves zijn unstoppable, en we beginnen in de buurt te komen van fossiel (maar zijn er nog lang niet he? Je kunt stroom maken met een zonnepaneel voor 6ct/kwh, maar 80% van die stroom komt wel op het verkeerde moment. Met een batterij erbij, zit je nog steeds op 2x de lange termijnprijs van fossiel…)
- De markt gaat het niet volledig zelf oplossen. De olieindustrie kan het heel lang volhouden op een prijs van rond de 30$/vat. Dus je moet verder ingrijpen.
- De beste en snelste route is door het belasten van fossiele brandstoffen en het selectief verbieden van bepaalde activiteiten (ultra deep sea, teerzanden etc) . De beste technologieen komen dan vanzelf bovendrijven.
- Subsidies zijn niet noodzakelijk heel kostbaar, maar moeilijk te sturen. Subsidies op zon bijvoorbeeld zijn wat ik altijd noem ‘een public license to print money’. (de helft van de kosten van het installeren van solar is arbeid, de andere helft moet geimporteerd worden. Voor een kolen/gascentrale importeer je bijna 100% van de kosten (het gas, en de equipment komen allebei niet (meer) uit nederland). Tel uit je winst. Kun je meteen bij je betalingsovershot optellen. )
Mangaanknollen
Al tientallen jaren weten we dat op de bodem van de Stille Oceaan grote ‘velden’ met knollen liggen, waaraan kobalt en nikkel en mangaan zich aan hechten. Die ‘oogsten’ zou alle zorgen over de grondstoffen voor accu’s grotendeels doen verdwijnen. Er zijn bedrijven al jaren bezig om ‘stofzuigers’ ter grootte van een vrachtwagen te ontwikkelen die kunnen werken op 3-5 km diepte. Maar het is technisch moeilijk, en als het lukt, wie deelt dan in de winst? Onderhandelingen in een VN-commissie slepen al jaren voort. Interview met een journalist die zich hierin heeft verdiept. Afdronk: het gaat de komende tien jaar niet gebeuren.
Accu's hergebruiken
(Ik citeer niet vaak uit de Economist omdat ik er van uit ga dat u die toch al leest. Maar dit sluit wel naadloos aan bij het energiethema van deze week.) Overheidsbeleid heeft zichtbare resultaten. De EU wil dat makers van accu’s (‘oplaadbare batterijen’) voor auto’s vanaf 2024 hun carbon footprint publiceren; en vanaf 2030 een minimum percentage recycled materiaal per accu gebruiken.
Northvolt, een Zweeds bedrijf opgericht door twee ex-Tesla’ers, heeft twee fabrieken waar accu’s worden gemaakt voor Volvo, BMW, Volkswagen en anderen; en nog twee in aanbouw. In 2030, is de ambitie, wordt de helft van de grondstoffen uit oude accu’s gehaald. Ge-re-cycled. Ook lithium, kobalt, nikkel en mangaan, de materialen waarover iedereen zich zorgen maakt of er voldoende is voor een grootscheepse transitie. (Waarom niet sneller? Omdat een accu tien jaar mee gaat en de meeste EV’s minder dan tien jaar oud zijn.) De Zweedse fabrieken van Northvolt draaien ook nog eens op elektriciteit geleverd door windmolens en stuwdammen.
De grootste producent van oplaadbare batterijen voor auto’s is het Chinese bedrijf CATL, dat naast fabrieken in China ook fabrieken wil openen in Duitsland en Hongarije. Het zegt dat in de nabije toekomst alle accu’s ‘grotendeels’ van hergebruikte materialen gemaakt kunnen worden. Ook de fabriek van Tesla in Nevada is bezig met de bouw van een fabriek waar accu’s op grote schaal uit elkaar gehaald kunnen worden m kostbare materialen te recyclen.
'Groen kost niks' - reacties
In reactie op het verhaal van gisteren, hier reacties van lezers. In willekeurige volgorde, soms licht geredigeerd. Ik hoor graag van u!
I. de Kogel: ‘Ik denk een veelgemaakte fout is de lijn van technologische ontwikkeling en kostenreductie (lineair) doortrekken. Technologie op het gebied van zon/wind is redelijk uitontwikkeld, prijzen dalen ook niet meer zo hard (laatste 2 jaar zelfs gestegen). Zie Bloomberg. Op batterij gebied is nog wel heel veel te winnen.’
‘Bijkomend probleem met zon/wind is de onvoorspelbaarheid van de productie, er zijn immers dagen zonder wind, zonder zon. Dit maakt dat hoe meer zon/wind je toevoegt aan het energienet, hoe moeilijker (en duurder!) het wordt. Dit is bij bijvoorbeeld kernenergie niet het geval. (Dit beantwoordt het artikel van Noah Smith: koppel een elektrolysator aan een windmolen; hij draait op windenergie, en slaat waterstof op voor als de wind wegvalt – De B.) Mooi stuk hierover op de site van Judith Curry.’
M. Petit: ‘Kern van hun verhaal blijft ijzersterk: 1) kosten bij fossiele brandstoffen wordt vooral bepaald door schaarste, niet kosten van opwekking; bij renewables omgekeerd, dus dit kan zo doorgaan, 2) bij olie en gas werd ook al vaak gezegd dat de reserves “binnen 20 jaar” op zijn, en toch blijven we nieuw vinden, door kostendalingen van hernieuwbare technologieën worden opeens meer gebieden interessant die op dit moment te duur zijn, ruimtegebrek is dus niet het probleem. Maar er zijn twee grote problemen die dit stuk niet adresseert: niet genoeg netcapaciteit, niet genoeg geschoolde mensen om het uit te voeren. Dit heeft weinig met kosten maar veel met planning te maken, en dat is iets waar we achter de feiten aanlopen.’
Meer reacties ->
R. Egging: ‘Ik heb zelf bijna tien jaar geleden een review gepubliceerd over leercurves in energietechnologieën. Er is een brede empirisch gesteunde consensus dat een verdubbeling van geïnstalleerde capaciteit de kosten per eenheid met ongeveer 20% omlaag brengt. Die 20% was, met enige marge, het geval voor elke energietechnologie. Te lange onderbrekingen van leren, of door andere factoren, zoals bij kernenergie kunnen kennisverlies opleveren.
‘Het is onzin om kostenvermindering van olie en gas met die van windturbines en zonnepanelen te vergelijken. Gasturbines en verbrandingsmotoren, dat zijn technieken. Die kan je vergelijken met hernieuwbare elektriciteitsproductietechnieken. En ja, die turbines en motoren hebben ook leercurves doorlopen. Doen dat nog steeds, maar het wordt steeds moeilijker om weer een verdubbeling van de wereldwijde capaciteit te realiseren, en de kostenvermindering te kunnen filteren uit alledaagse marktbewegingen van velerlei andere kostenposten.
Zegt het artikel iets over grondstoffen- en ruimteschaarste? Zeldzame aardmetalen, waarvan China een groot deel van de bekende voorraden controleert?
Of schaarste aan ingenieurs en vaklieden, om alles te ontwerpen, bouwen, onderhouden? Schaarste aan ruimte voor al die zonnepanelen & windmolens?
Tenzij we voldoende betaalbare, bruikbare alternatieven voor benodigde grondstoffen en materialen voor hernieuwbare en opslagtechnologieën vinden, zie ik 100% elektrificatie in 2050 niet gebeuren. Er is ook gewoon heel veel wel goedkope olie en gas op de wereld. Dan is er een techniek, CCS (CO2-opslag, red.), die nog maar net begonnen is, en nog heel wat leercurve kan benutten.’
B. Hesselmans: ‘Wellicht een boektip voor De Bicker: ‘The Rare Metals War.’ Kort samengevat: voor de energietransitie en digitalisering hebben we zeldzame metalen nodig (cobalt en lithium, promethium, thulium, en nog veel meer -ums). Guillaume Pitron is een Franse schrijver, onder andere voor Le Monde Diplomatique en National Geographic. Boek telt ongeveer 200 pagina’s en leest gemakkelijk, heb je binnen een paar dagen uit.’
M. Crok: ‘Tja, wat zal (Björn) Lomborg ervan vinden 🙂 Dit zijn natuurlijk de groene sprookjes die continu verkondigd zullen blijven worden om de droom in stand te houden. Ondertussen is de grote de-industrialisatie van Europa op gang gekomen. Maar ik snap jouw format hoor en vindt het prima dat je ook hier zo neutraal mogelijk aandacht aan probeert te schenken. En het is ook niet eenvoudig om het even snel te debunken.’ (Ik heb Lomborg gevraagd wat hij vindt van deze studie – De B.)
'Groen kost niets - het bespaart'
De overgang naar een CO2-loos energiestelsel, tussen nu en 2050, gaat niet geld kosten. Het gaat ons vele biljoenen (‘trillions’) euro’s besparen vergeleken met de kosten van ons huidige gebruik van fossiele brandstoffen. Dat zegt een nieuwe studie. Dit is natuurlijk wat we allemaal willen horen: we kunnen gewoon doorgaan met ons leven zonder ons zorgen te maken over de planeet want de technologie bestaat om energie schoon op te wekken; en het allermooiste: de investeringen betalen zichzelf terug!
Maar als iets te mooi klinkt om waar te zijn ….?
Deze boude stelling is de conclusie van een rapport, gepubliceerd (13 sept. 2022) in wetenschappelijk tijdschrift Joule. Afkomstig van het ‘Institute for New Economic Thinking,’ dat is verbonden aan de Oxford Martin School van Oxford University. De studie is ook geciteerd door de BBC.
De kern van het betoog is als volgt: technologie die zichzelf bewijst wordt gekocht; omzet leidt tot investeringen; investeringen leiden tot verbetering; verbetering leidt tot meer verkoop; hogere omzet leidt tot goedkopere productie; etc. De leercurve, of ‘Wright’s Law.’ 1/
Dit ‘Institute for New Economic Thinking,’ onder leiding van Amerikaan Doyne Farmer, publiceerde vorig jaar een studie die poneerde: als een technologie eenmaal zo’n groeipad is ingeslagen zal hij dat vasthouden. Dat illustreerden ze met het prijsverloop en de omzet van zonnepanelen, accu’s en windmolens. Ze zeiden erbij dat een vierde, opkomende technologie – energie-opslag door ‘groene’ elektrolyse – hetzelfde patroon volgt. (Bicker-lezers gaat een lampje branden: inderdaad, dit citeerde ik vorige week al.) Olie, gas, steenkool maar ook stuwmeren en kernenergie worden niet goedkoper naarmate ze meer worden verkocht.
De studie van vorige maand zou je kunnen zien als een vervolg op die van vorig jaar: als het klopt dat deze ‘groene’ energiebronnen en energie-opslagmiddelen exponentieel goedkoper worden, dan zou je het proces kunnen versnellen door extra veel van die producten te kopen – en dat zou weer leiden tot nog meer omzet. Net zo lang tot een groen energienetwerk goedkoper is dan een netwerk dat draait op gas, olie of steenkool. Hoe meer je koopt (lees: subsidieert), hoe voordeliger het wordt. Biljoenen? Uitgaande van een 1,4% discontovoet (geadviseerd door het Britse Stern-rapport), zou bij een snelle transitie de ‘Net Present Cost’ 12 biljoen lager uitkomen dan de kosten in een puur fossiel scenario.
Ik kan de kwaliteit van de argumentatie niet beoordelen. Het verslag zegt dat het nieuw inzicht verschaft door probabilistische, niet deterministische modellen te gebruiken. 2/ Je kunt wel bezwaren bedenken: opslagtechnologie is nog niet bruikbaar op industriële schaal; grondstoffen voor accu’s zijn niet onbeperkt beschikbaar; ruimte voor windmolens is niet oneindig. In de commentaren onder dit artikel staan kritische noten van mensen die er duidelijk meer verstand van hebben. De Oxford Martin School is onderdeel van de faculteit Sociale Wetenschappen, en zoals wij allen weten, dat is geen wetenschap. Doyle Farmer is een man met een indrukwekkende baard en een CV op Wikipedia met zinsneden waar geen normaal mens een touw aan kan vastknopen.
Maar – het klinkt intuïtief logisch. Spul wordt goedkoper bij massaproductie. Iedere investeringsbeslissing is een keuze. Geld dat wordt geïnvesteerd in een windmolenpark gaat niet naar een booreiland. Hoe meer je in ‘groen’ investeert, hoe minder overblijft voor fossiel. Deze denkrichting is in ieder geval constructief en lijkt mij nuttig voor beleidsmakers. Als dit onderzoek bestand blijkt tegen ‘peer review,’ wordt hij extra relevant.
Lees vervolg, klik hier ->
1/ Wright’s Law, genaamd naar Theodore Wright in 1936. Een voorbeeld: lithium-ion accu’s (een accu is een oplaadbare batterij). Twintig jaar lang ging de prijs ieder jaar met 10% omlaag. Door de toenemende vraag naar mobiele telefoons. Maar een elektrische auto met een bereik van 300km heeft ongeveer evenveel batterij nodig als 5.000 iPhones. Dus als slechts 1% van alle benzine-auto’s wordt vervangen door een elektrische, zou de wereldwijde vraag naar li-ion accu’s in een jaar verdubbelen. Prijs schept zijn eigen vraag.
2/ probabilistisch vs deterministisch: in de laatste wordt verifieerbare gegevens uit het verleden gebruikt om een toekomstbeeld te extrapoleren. ‘Probabilistisch’ is het toevoegen van kansberekening aan bestaande deterministische gegevens. De pleitbezorgers van deze modellen zeggen dat deze beter standhouden.
Walhalla voor Delftenaren
‘Nutteloze Lego machine opgebouwd uit 20 mechanische principes’:
Ze komen alle 20 één voor één aan de beurt en dan volgt een overzicht van de gehele machine. Briljant. En best leerzaam voor Leidenaren. (tip J. Rademaker)
Simpel
Voor alle mensen die zeggen ‘Nou een milde dictatuur is zo gek nog niet, kijk eens hoe snel China rijk is geworden,’ is dit het kortste, krachtigste antwoord: ‘Je kunt geen groei hebben zonder vrijheid van meningsuiting. Om de simpele reden dat je zonder kritiek nooit iets kunt verbeteren. Je moet naar iets kunnen kijken en zeggen: Dit gaat niet werken.’ Aldus Tomas Pueyo. ‘Als je geen kritiek op iets mag hebben, kun je geen problemen identificeren. Dus kun je die niet oplossen.’
Stelling twee: als je vrijheid van meningsuiting hebt, volgt onherroepelijk democratie.
De rest van Pueyo’s verhaal is uitweiding en onderbouwing, maar net zo lezenswaardig. De reden dat sommige autoritaire regimes zo snel groeien? Omdat ze een straatarme bevolking hebben geholpen een ‘gewoon’ arme bevolking te worden. Dat is makkelijk, want je kunt afkijken van rijke landen. De meeste autoritaire regimes groeien niet.
En deze is ook niet slecht: ‘Hoe democratischer een land, hoe rijker. Dat is geen correlatie. Geld geeft je geen vrijheid. Als dat zo was, kon je naakt over de stranden van Saoedie-Arabië lopen. Het is vrijheid die welvaart produceert.’
Zelfrijdend?
Bedrijven die zich bezig houden met ‘zelfrijdende’ auto’s zijn 80% van hun beurswaarde verloren na beursgang. Beperkte analyse: beursgenoteerde bedrijven, slechts 14 stuks. Maar misschien een windvaan. Smelt het vertrouwen dat we er ooit in slagen om auto’s te maken die zelf kunnen rijden?
'Our shit is better than their shit'
U bent, net als ik, voortdurend op zoek naar betrouwbare nieuwsbronnen over klimaatverandering. Hoe erg is het, en wat valt er aan te doen. Wij leken hebben nu eenmaal vertalers nodig. Wetenschappelijke stukken zijn niet makkelijk te lezen. Het IPCC is hard werken. Er zijn goed ingevoerde wetenschappers maar die zijn meestal expert op een heel klein gebied. Veel journalisten en media, met The Guardian en de Washington Post als prominente voorbeelden, hebben alle schaamte achter zich gelaten en publiceren alleen nog maar artikelen die het einde der tijden voorspellen, dan wel iemand zoeken om ‘de schuld’ te geven.
Daarom was ik blij een nieuwe bron te hebben gevonden. Dankzij Noah Smith van Noahpinion, die ik vaak citeer; vorige week voerde hij David Roberts op. Zie deze Bicker. Roberts is de schrijver van de blog ‘Volts’ en produceert ook podcasts. Zijn stuk van vorige week maakte mij nieuwsgierig en toevallig staat er sinds een paar dagen een artikel niet van hem, maar over hem op zijn eigen ‘Volts’ site. Hij is geïnterviewd door een of andere klimaatpodcast.
Dit is dus niet een stuk over nieuwe kennis, meer een stuk over de persoon David Roberts. Daar komt iemand uit de verf waar ik graag meer van wil horen. Ook al is hij een echte linkserik. Roberts is na een studie filosofie en een hoop dwalen per ongeluk de wetenschapsjournalistiek ingerold. Het klimaat vond hij interessant: ‘je hebt dit enorme, ongelooflijk ingewikkelde systeem met een heleboel subsystemen, dat heel moeilijk te begrijpen is, waar je echt je hersens voor moet laten knarsen.’ Dat is waar filosofie je voor traint, zegt hij. Hier wat meer citaten; oordeel verder zelf.
‘Eén van de dingen waar ik me aan ergerde was dat mensen praatten over klimaatverandering alsof het een op zichzelf staand fenomeen is, los van de politiek, buiten het normale gevecht tussen links en rechts, een ongerept maagdelijk iets dat alleen begrepen wordt door een priesterkaste van journalisten en wetenschappers die het onder hun hoede hebben genomen; en iedereen laat ze hun gang gaan. Ik wilde mensen, progressieven zoals ik, duidelijk maken: dit is onlosmakelijk verbonden met je andere doelen, en zorgen, en waarden.’
Maar moeten we niet slecht nieuws vertellen om mensen te waarschuwen, vraagt de presentator.
‘Nee! We moeten juist de kranten vullen met kleine overwinninkjes, dat schept zijn eigen momentum, dat geeft mensen een reden om zich in te zetten. Alleen een heel specifieke soort zelf-hatende, neurotische linkserik (zoals ik, en zoals jij) denkt dat we misere, gevaar en doem nodig hebben om onszelf te motiveren. Ik denk dat dat gewoon een heel verkeerde manier is om de zaken te benaderen. Weet je waar ik het meeste waardering voor krijg? Interviews met slimme mensen, die een slimme manier hebben ontdekt om één klein dingetje slimmer te doen.’
‘Maar hoe kunnen we de grote oliemaatschappijen tegenhouden? Die gaan weer miljarden investeren om olie te boren op de Poolcirkel, en alles te vervuilen!’ vraagt de presentator.
‘Nou, niets gaat ze tegenhouden,’ zegt Roberts. ‘Natuurlijk gaat een groot, gevestigd bedrijf door al deze fases heen. Eerst ontkennen, dan langzaam meedoen, dan langzaam krimpen totdat je hem kunt verdrinken in de badkuip, zoals het gezegde gaat. Dat is het leven.’
‘Maar iets anders, waar mensen een beetje meer zelfvertrouwen zouden moeten tonen: wij hebben – en met ‘wij’ bedoel ik de mensen die een schone energietransitie willen – ‘We’ve got better shit than they do. Our shit is better. Het werkt beter, het is schoner, het gaat helpen de samenleving rechtvaardiger en welvarender te maken. Kijk, olie …. je gaat toch alleen fossielen opgraven en vervolgens verbranden als je niks beters hebt? Maar zodra je een alternatief hebt, dan kijk je anders naar het opgraven van fossielen en besef je dat het primitief en smerig en sociaal slecht en economisch slecht is, en slecht voor onze gezondheid en voor onze sociale verhoudingen. Het is waardeloos! Het idee dat oliemaatschappijen van die mega-machtige krachten zijn die deze transitie kunnen tegenhouden is gewoon dwaas. Deze transitie is veel groter dan zij.’
Hoe optimistisch of pessimistisch ben je over klimaatverandering?
‘Dat is een volledig abstracte vraag. Want … wat gebeurt er als je die vraag beantwoordt? Wat voor verschil maakt het, behalve voor je eigen psychologische gezondheid? Ga gewoon aan het werk.’
Er zijn mensen die zeggen: klimaatverandering kunnen we niet aan met traditionele middelen. We hebben een spirituele revolutie nodig in de mensheid, zodat we de natuur op een fundamenteel andere manier bekijken.
‘Ja, ik ben ook hier tot de conclusie gekomen dat ik daar geen tijd aan ga besteden. Als het waar is, dan zijn we de klos. Want ik weet niet hoe je een revolutie in het bewustzijn van de hele mensheid teweeg moet brengen, en jij weet dat ook niet, en iedereen die er over praat weet het ook niet. Het gaat gewoon niet gebeuren. Mensen blijven mensen, in ieder geval voor de relevante toekomst, de komende paar decennia.’
Hetzelfde, zegt Roberts, geldt voor ‘degrowth,’ ‘ontgroeien,’ krimpen. ‘We moeten het doen met wat we hebben. Het enige wat we hebben is de mensen en de instellingen hier en nu, we moeten het met hen en door hen doen.’
‘Ik denk dat we gewoon voortmodderen en ergens in het midden uitkomen, we hebben al genoeg gedaan om de allerergste, apocalyptische scenario’s te voorkomen. De huidige modellen zeggen dat we ergens tussen 2 en 3 (graden Celsius temperatuurstijging) uitkomen. Dat is geen bedreiging voor de mensheid. We zullen vooruitgang blijven maken, schone energie wordt goedkoper en breder ingevoerd dan we nu denken, dat is wat er de afgelopen decennia ook is gebeurd. We eindigen waarschijnlijk net iets boven de twee graden.’
Het interview (1:16 uur) is te beluisteren op de Volts website of de podcast, hier: https://www.volts.wtf/p/me-talking-about-my-story-and-my#details
Big Brother was een amateur
Lezer R. Tamboezer schrijft: ‘Ik heb deze grafiek gemaakt van de gegevens van Visual Capitalist. Het China getal is gebaseerd op de volgende aannames: 90% van de 540 miljoen camera’s en 63% van de 1,4 miljard mensen zijn in steden.’
Wacht even – meer dan vijfhonderd camera’s per 1.000 inwoners … dat is één op de twee!? Waar laat je die dingen? Dat kan toch niet kloppen?
Maar de New York Times gebruikt hetzelfde cijfer. Half miljard op 1,4 miljard, in de steden is de bevolking dichter en dus ook het aantal camera’s. Ongelooflijk.
Maar wat doet de overheid nu met die beelden? De krant heeft de offertes doorgespit van bedrijven die meedingen naar overheidscontracten, specifiek surveillancesystemen. Daarin staan meestal ook de voorwaarden en de wensen van de overheid, de klant. De meeste camera’s kunnen dus gezichten herkennen door iris-scans, maar China heeft ook straatcamera’s die stemmen opnemen, en maakt daar ‘stem-ID’s’ (voice prints) van. De politie wil die koppelen aan de gezichtsherkenning. Eén provincie heeft een database waarop 2,5 miljard foto’s staan. Analytische software kan op basis van de foto’s ras en geslacht vaststellen. De politie heeft in het verleden ook bestellingen geplaatst voor ‘phone trackers’ die telefoonnummers (en dus namen) kunnen koppelen aan de fictieve namen die de eigenaar gebruikt op sociale media.