‘Groen kost niets – het bespaart’
'Groen kost niets - het bespaart'
De overgang naar een CO2-loos energiestelsel, tussen nu en 2050, gaat niet geld kosten. Het gaat ons vele biljoenen (‘trillions’) euro’s besparen vergeleken met de kosten van ons huidige gebruik van fossiele brandstoffen. Dat zegt een nieuwe studie. Dit is natuurlijk wat we allemaal willen horen: we kunnen gewoon doorgaan met ons leven zonder ons zorgen te maken over de planeet want de technologie bestaat om energie schoon op te wekken; en het allermooiste: de investeringen betalen zichzelf terug!
Maar als iets te mooi klinkt om waar te zijn ….?
Deze boude stelling is de conclusie van een rapport, gepubliceerd (13 sept. 2022) in wetenschappelijk tijdschrift Joule. Afkomstig van het ‘Institute for New Economic Thinking,’ dat is verbonden aan de Oxford Martin School van Oxford University. De studie is ook geciteerd door de BBC.
De kern van het betoog is als volgt: technologie die zichzelf bewijst wordt gekocht; omzet leidt tot investeringen; investeringen leiden tot verbetering; verbetering leidt tot meer verkoop; hogere omzet leidt tot goedkopere productie; etc. De leercurve, of ‘Wright’s Law.’ 1/
Dit ‘Institute for New Economic Thinking,’ onder leiding van Amerikaan Doyne Farmer, publiceerde vorig jaar een studie die poneerde: als een technologie eenmaal zo’n groeipad is ingeslagen zal hij dat vasthouden. Dat illustreerden ze met het prijsverloop en de omzet van zonnepanelen, accu’s en windmolens. Ze zeiden erbij dat een vierde, opkomende technologie – energie-opslag door ‘groene’ elektrolyse – hetzelfde patroon volgt. (Bicker-lezers gaat een lampje branden: inderdaad, dit citeerde ik vorige week al.) Olie, gas, steenkool maar ook stuwmeren en kernenergie worden niet goedkoper naarmate ze meer worden verkocht.
De studie van vorige maand zou je kunnen zien als een vervolg op die van vorig jaar: als het klopt dat deze ‘groene’ energiebronnen en energie-opslagmiddelen exponentieel goedkoper worden, dan zou je het proces kunnen versnellen door extra veel van die producten te kopen – en dat zou weer leiden tot nog meer omzet. Net zo lang tot een groen energienetwerk goedkoper is dan een netwerk dat draait op gas, olie of steenkool. Hoe meer je koopt (lees: subsidieert), hoe voordeliger het wordt. Biljoenen? Uitgaande van een 1,4% discontovoet (geadviseerd door het Britse Stern-rapport), zou bij een snelle transitie de ‘Net Present Cost’ 12 biljoen lager uitkomen dan de kosten in een puur fossiel scenario.
Ik kan de kwaliteit van de argumentatie niet beoordelen. Het verslag zegt dat het nieuw inzicht verschaft door probabilistische, niet deterministische modellen te gebruiken. 2/ Je kunt wel bezwaren bedenken: opslagtechnologie is nog niet bruikbaar op industriële schaal; grondstoffen voor accu’s zijn niet onbeperkt beschikbaar; ruimte voor windmolens is niet oneindig. In de commentaren onder dit artikel staan kritische noten van mensen die er duidelijk meer verstand van hebben. De Oxford Martin School is onderdeel van de faculteit Sociale Wetenschappen, en zoals wij allen weten, dat is geen wetenschap. Doyle Farmer is een man met een indrukwekkende baard en een CV op Wikipedia met zinsneden waar geen normaal mens een touw aan kan vastknopen.
Maar – het klinkt intuïtief logisch. Spul wordt goedkoper bij massaproductie. Iedere investeringsbeslissing is een keuze. Geld dat wordt geïnvesteerd in een windmolenpark gaat niet naar een booreiland. Hoe meer je in ‘groen’ investeert, hoe minder overblijft voor fossiel. Deze denkrichting is in ieder geval constructief en lijkt mij nuttig voor beleidsmakers. Als dit onderzoek bestand blijkt tegen ‘peer review,’ wordt hij extra relevant.
Lees vervolg, klik hier ->
1/ Wright’s Law, genaamd naar Theodore Wright in 1936. Een voorbeeld: lithium-ion accu’s (een accu is een oplaadbare batterij). Twintig jaar lang ging de prijs ieder jaar met 10% omlaag. Door de toenemende vraag naar mobiele telefoons. Maar een elektrische auto met een bereik van 300km heeft ongeveer evenveel batterij nodig als 5.000 iPhones. Dus als slechts 1% van alle benzine-auto’s wordt vervangen door een elektrische, zou de wereldwijde vraag naar li-ion accu’s in een jaar verdubbelen. Prijs schept zijn eigen vraag.
2/ probabilistisch vs deterministisch: in de laatste wordt verifieerbare gegevens uit het verleden gebruikt om een toekomstbeeld te extrapoleren. ‘Probabilistisch’ is het toevoegen van kansberekening aan bestaande deterministische gegevens. De pleitbezorgers van deze modellen zeggen dat deze beter standhouden.