Duitsland
Duitsland
Durven we het al te zeggen, 77 jaar na de Tweede Wereldoorlog? Durven we al te zeggen dat we graag Duitsland als leider zouden zien in Europa? De Bicker wel. Liever de Duitsers dan de Fransen. De Engelsen zijn geen optie meer, maar dat was nooit een betrouwbare bondgenoot (zie hiervoor deze ‘Yes Minister’, vanaf minuut 2:15.).
Josef Joffe, nu in de redactieraad van Die Zeit, mede-oprichter van tijdschrift The American Interest, zou ook graag een zelfverzekerder Duitsland zien, maar schrijft: ‘Leiderschap vergt een degelijk zelfbewustzijn en de wil om jezelf te doen gelden. Dat zijn dingen die Duitsland zorgvuldig probeert te onderdrukken. Niet dat Berlijn zijn aanzienlijke macht niet wil inzetten – zie daarvoor de pogingen om de euro en het Europese asielbeleid te ‘Germaniseren.’ Maar nationale trots, en al helemaal ‘nationalisme’, zijn taboe. In plaats daarvan is het ‘Europa eerst.’ Wij appelleren niet aan ‘grandeur,’ zoals de Fransen. En roepen niet dingen als ‘Brittania, rule the waves.’ Wij beroepen ons niet op ‘exceptionalisme,’ zoals Amerikaanse politici. ‘Make Germany great again’ zou geen enkele politicus hier over zijn lippen kunnen krijgen, op een paar extreem-rechtse na.’
De echte uitdaging voor Berlijn komt uit Frankrijk, zegt Joffe. ‘Emmanuel Macron wil nu een euro-begroting, een eurozone-minister van Financiën, een euro-raad voor economisch beleid en een tweede Europees parlement voor Eurolanden.’
‘Dit is machtsdenken, nationaal beleid in naam van Europa. Het doel van Macron is duidelijk: nieuwe instituten waar Duitsland en zijn kleinere bondgenoten weggestemd kunnen worden zodat de anderen met hun vingers aan de goudkist van Europa’s Croesus kunnen komen. (…) Als de Fransen hun zin krijgen is het gedaan met fiscale discipline en markt-gerichte hervormingen. Bot gezegd: de euro was bedoeld om de Europese economie meer ‘Duits’ te maken; in plaats daarvan is de munt nu onderwerp geworden van een machtsspel tussen Frankrijk en Duitsland.’
Dit essay dateert van 2020, dus vóór de Russische aanval op Oekraïne. Sindsdien heft er een Zeitenwende plaatsgevonden, een historische wending, in de woorden van de huidige bondskanselier Olaf Scholz. Hij herhaalt deze week in een artikel voor Foreign Affairs dat Duitsland zich onvoorwaardelijk committeert aan NAVO en internationale rechtsorde. Het begint toch wel degelijk een beetje te lijken op leiderschap.
Voor wat betreft defensie: niet alleen 100 miljard euro extra voor wapens, en 2% van het BBP voor defensie, maar ook: voor het eerst export van wapens naar andere landen, versterking van de NAVO-aanwezigheid in Litouwen, militaire steun aan Estland, Slowakije en Polen; mee-investeren in de versterking van NAVO. ‘Duitsers zijn vastbesloten om de beschermer van Europese veiligheid te worden, zoals onze bondgenoten van ons verwachten; een bruggenbouwer binnen de Europese Unie en pleitbezorger voor multilaterale oplossingen voor mondiale problemen.,’ zegt Scholz.
Hij rept niet over fiscaal beleid in Europa, zoals Joffe waarschijnlijk graag had gezien. Slechts één alinea, en die is niet geruststellend: ‘Nu de EU groter wordt en een wereldspeler, is het belangrijk dat beslissingen sneller genomen kunnen worden. Daarom heeft Duitsland voorgesteld om geleidelijk het principe van ‘meerderheid van stemmen’ in te voeren voor beleidskwesties die nu nog alleen unaniem beslist kunnen worden, zoals buitenlands beleid en belastingheffing.’